Vaak wordt mij de vraag gesteld of luchtfotografie vanuit vliegtuigen nog interessant is in deze huidige tijd van drones.
Het antwoord is heel simpel, een volmondig ja! Uiteraard is onze markt de laatste jaren behoorlijk veranderd door de explosieve groei van de inzet van drones voor luchtfotografie. Met name boven land is luchtfotografie met drones de standaard geworden.Er zijn echter regels ontwikkeld over de hoogtes en maximale toegestane inzet van drones, waardoor het gebruik van vliegtuigen of helikopters noodzakelijk blijft.
Een drone operator mag tot maximaal 400 ft boven de grond opereren en dient de drone in zicht te houden. Voor een mooi overzicht van een stad of groot bedrijf is vaak een grotere hoogte nodig. Ook zijn er veel luchtruimbeperkingen, bijvoorbeeld rond havens en vliegvelden. In het overgrote deel van het Nederlandse deel van de Noordzee mag alleen met drones met transponder én een operator met radiocontact met de verkeersleiding gevlogen worden, en alleen door gecertificeerde operators na vooraf verkregen toestemming.
Onze fotovluchten met vleugelvliegtuigen vallen onder Part/SPO regelgeving en ook aan ons worden eisen gesteld, maar een fotovlucht voor een land locatie in beperkt luchtruim of voor een schip of offshore installatie is beduidend makkelijker uit te voeren met een vleugelvliegtuig. Indien nodig is dit binnen een dag te regelen.
Ook vanuit fotografisch oogpunt zijn er grote voordelen aan luchtfotografie met vleugelvliegtuigen, want de fotograaf vliegt ter plekke en kan veel beter de goede invalshoek en de alsmaar veranderende lichtomstandigheden bepalen, dan een drone operator op afstand op een klein schermpje. Een ander nadeel van drones is de beperkte inzet op grotere afstanden, deels door de beperkte vliegduur en deels door de regel dat de drone in zicht moet blijven. Ook het weer kan een beperking zijn voor de inzet van drones, bij teveel wind en/of turbulentie moeten ze aan de grond blijven, daarentegen kunnen wij zelfs met storm nog fotovliegen.
Om de grote voordelen te illustreren van de inzet van vleugelvliegtuigen een paar voorbeelden. Voor onze boeken en kalenders over de Wadden zaten we een paar winters te wachten op sneeuw. Eén van de laatste winters viel er eindelijk sneeuw, die zowaar de hele dag bleef liggen. In ongeveer 3 uur konden we alle eilanden en havens langs vliegen voor winterfoto’s, onmogelijk uit te voeren door 1 drone ploeg. Ook moeten wij regelmatig de lucht in om de fasen van de bouw van een windmolenpark op zee te fotograferen, waarbij we in minder dan een uur alle facetten van een project kunnen vastleggen, iets wat met een boot met droneploeg veel duurder zou uitpakken en veel meer tijd zou kosten.
Wij hebben vele dagen per jaar dat we meerdere schepen op de Noordzee moeten onderscheppen, en dan vaak ook op grote afstand van elkaar. Door te fotograferen met een long-range fotovliegtuig kunnen wij bijvoorbeeld ’s ochtends een schip onderscheppen in het Engels Kanaal, rond de middag een proefvaart fotograferen bij Den Helder, om in de middag te eindigen met een fotoshoot bij Helgoland.
Het gebruik van drones heeft natuurlijk ook voordelen, zeker bij filmen en close-ups. Kort samengevat ben ik ervan overtuigd dat zeker boven de Noordzee de inzet van een vliegtuig nog lang grote voordelen ten opzichte van het gebruik van drones blijft bieden.



In 2003 hadden we een fotovlucht boven het zeegat Stortemelk bij Vlieland met Noordwest 8 Beaufort om kotters tussen de brekende grondzeëen te fotograferen. Met het fotoluik open kon ik de brekende golven zelfs horen in het vliegtuig. Na de vlucht vertelde ik dit aan de vlieger en bespraken we onze overlevingskansen als we precies op die locatie een motorstoring hadden gekregen. Onze conclusie was dat er dan weinig overlevingskansen zouden zijn. Met wat voor kist zou zo’n vlucht dan wel veilig uit te voeren zijn? We spraken af dat we ons beiden zouden gaan oriënteren op de mogelijkheden.
Vroeger had ik de Cessna Skymaster wel eens van dichtbij bekeken en vliegers enthousiast over dit unieke concept horen praten. Bij dit ontwerp uit de jaren zestig waren de twee motoren in één lijn geplaatst, één voor en één achter de cabine tussen de dubbele staart. Bij storing van een motor is er bij dit concept geen onbalans en kan er gewoon verder worden gevlogen op de overgebleven motor. Gaandeweg werden we steeds enthousiaster: 140 knopen kruissnelheid, goede slow-flight eigenschappen, 6 uur endurance en vrij uitzicht voor de fotograaf.



Recent Comments